Auditieve Verwerkingsproblemen

Bij auditieve verwerkingsproblemen zijn er problemen met de auditieve functies. Auditieve functies worden vaak uitgelegd als “wat we doen met wat we horen”. Oftewel: het verwerken van geluiden, klanken en spraak. Auditieve verwerking wordt omschreven als het mechanisme en de processen van het gehoor welke verantwoordelijk zijn voor het kunnen uitvoeren van: lokalisatie en lateralisatie van geluid (bijv. richtinghoren), auditieve discriminatie, auditieve patroonherkenning, auditief temporele waarneming, verstaan van spraak in achtergrondlawaai en verstaan van onvolledige (laag-redundante) spraak. Bovenstaande punten worden auditieve verwerkingsprocessen genoemd. Wanneer een probleem in één of meerdere functies bestaat, kan er sprake zijn van auditieve verwerkingsproblematiek.

Kinderen met AVP hebben vooral moeite met allerlei vaardigheden, benodigd voor het verstaan van mondelinge informatie. Enkele voorkomende kenmerken die kinderen met auditieve verwerkingsproblematiek kunnen laten zien zijn: veel “huh” zeggen; moeizaam begrijpen van mondelinge opdrachten; moeite met onthouden van mondelinge informatie; en/of het negeren van geluiden en/of opdrachten.

Indien kinderen problemen ondervinden met de auditieve verwerking kunnen er op korte en lange termijn problemen in de ontwikkeling optreden. Wanneer er geen vroegtijdige onderkenning plaatsvindt, is de kans groter dat een of meer van onderstaande gevolgen voorkomen. Deze gevolgen kunnen spraak- en/of taalproblemen en leerproblemen zijn. Deze problemen komen vaak voor in combinatie met andere problemen, zoals  slecht presteren op school (ondanks normale intelligentie); problemen bij het vervullen van klassikale opdrachten; korte aandachtsspan; snel afgeleid door geluiden of gebeurtenissen in de omgeving; slecht ontwikkeld besef van tijd

De auditieve functies spelen ook een grote rol bij de leesvoorwaarden en het leren lezen en spellen. Kinderen van groep 2 moeten aan een aantal leesvoorwaarden voldoen, voordat ze naar groep 3 kunnen. Voorbeelden hiervan zijn: letters samenvoegen tot één woord of verschillen horen tussen klanken/woorden.

Wat doet de logopedist?

De logopedist doet onderzoek naar de auditieve vaardigheden en de mogelijke invloed hiervan op taal, spraak, lezen en spellen. Dit uitgebreid onderzoek naar auditieve verwerkingsproblemen wordt vaak pas op zesjarige leeftijd afgenomen, meestal in een audiologisch centrum. Op basis van het onderzoek worden adviezen gegeven aan ouders of bijvoorbeeld leerkrachten. Vaak wordt er tijdens individuele logopedische behandelingen gerichte oefening gedaan om de auditieve functies te verbeteren.

Als een kind heel veel last heeft van achtergrondlawaai, kan het gebaat zijn bij gebruik van een koptelefoon in de klas. Op momenten dat het kind zelfstandig moet worden, kan de koptelefoon opgezet worden. Het omgevingsgeluid komt dan minder hard binnen bij het kind, waardoor het zich beter kan concentreren op zijn taak. Daarnaast behoort ook het inzetten van soloapparatuur tot de mogelijkheden.

 

Beelddenken

5% van de bevolking denkt in beelden in plaats van in woorden. Het onderwijs sluit hier niet bij aan omdat de meerderheid auditief leert: Alles wordt ‘talig’ aangeboden op school. Voor beelddenkende kinderen is dit lastig omdat zij informatie op een andere manier verwerken: in beelden en/of gebeurtenissen. Vaak hebben beelddenkers een leerachterstand of denkt men aan dyslexie. Bijles helpt niet of nauwelijks omdat er dan nog meer schoolwerk op ‘foute’ wijze wordt aangeboden.

Doordat de lesstof niet begrepen en onthouden wordt, kan het zijn dat een kind minder presteert dan ouders en leerkracht verwachten. Dit kan leiden tot een slechte concentratie, snel afgeleid raken, irritaties en frustraties bij het kind, gezin en school. Het kan uiteindelijk ook effect op het zelfvertrouwen van het kind hebben.
De stof die kinderen moeten leren is niet het probleem, maar wel de manier waarop deze wordt aangeboden.

Beelddenkers hebben vaak moeite met:

  • Taal
  • Rekenen
  • Onthouden van informatie
  • Concentratie: snel afgeleid
  • Organiseren en/of klokkijken

Soms spelen ook andere zaken een rol, zoals ADHD, dyslexie of hoge sensitiviteit.

Ik leer anders

Wij kunnen deze kinderen helpen met de methode ‘Ik leer anders’. Bij deze methode wordt geleerd om de lesstof te vertalen naar (woord)beelden, zodat het binnen het eigen informatiesysteem past. Tijdens de sessies maken we structuur aan in de wijze van ordenen, opslaan en onthouden.

De techniek kan binnen vier sessies worden aangeleerd! Tijdens de sessies leert het kind om zijn/haar hoofd op te ruimen zodat er plaats is voor het visualiseren van:

  • Het alfabet en woorden
  • Het cijferveld, tafels en automatiseren van sommen
  • informatie op de juiste wijze ordenen en beter onthouden
  • Klokkijken

Voor meer informatie over de methode ‘Ik leer anders’ ga naar de website: www.ikleeranders.nl

Hieronder staat een lijst met vragen die horen bij beelddenkers. Als u 10x met ‘ja’ kunt beantwoorden, is uw kind (of u!) zeer waarschijnlijk een beelddenker.

Is jouw kind een beelddenker?

Als je 10 van de onderstaande vragen met ‘ja’ beantwoordt, is jouw kind waarschijnlijk een beelddenker.

  1. Kan jouw zoon of dochter goed puzzelen?
  2. Houdt je kind veel van de TV en/of spelcomputer?
  3. Speelt je kind graag met constructiespeelgoed (Lego e.d.)?
  4. Heeft je kind een levendige verbeelding en kan daardoor op gaan in zijn/haar fantasiewereld?
  5. Wordt hij/zij makkelijk afgeleid?
  6. Moet je instructies vaak herhalen voordat taken worden uitgevoerd?
  7. Heeft je kind laat leren lopen?
  8. Wiebelt hij/zij veel?
  9. Eerst doen en dan pas denken?
  10. Is hij/zij overweldigend aanwezig op verjaardagen en in pretparken? (Na eerst de kat uit de boom te hebben gekeken.)
  11. Denkt je kind erg zwart-wit?
  12. Is hij/zij erg perfectionistisch, die niet graag faalt (gevoelig voor kritiek)?
  13. Wint je kind graag en is het een slechte verliezer?
  14. Herinnert hij/zij gebeurtenissen gedetailleerd (zelfs van jaren geleden)?
  15. Heeft je kind problemen met het vasthouden van een pen, slecht handschrift?
  16. Heeft je kind een allergie, last van astma of veel oorontstekingen (gehad)?
  17. Heeft je kind een goed gevoel voor humor (creatieve woordspelingen)?
  18. Moeten de etiketten uit kleding geknipt worden? Draagt hij/zij graag zachte stoffen en heeft hij/zij bijvoorbeeld een hekel aan harde knoopjes?

Beelddenker of niet?

De meeste ouders herkennen hun kind direct bij het beantwoorden van bovenstaande vragen. Deze lijst benadrukt met name de drukke kant van beelddenkers. Er zijn daarentegen ook veel beelddenkende kinderen die juist rustig zijn.

Ieder mens is anders en uit zich ook anders. Gelukkig zie je direct of deze leermethode werkt. Bij twijfel dus altijd proberen! Want als je zoon of dochter in beelden denkt, wordt het leren opeens een stuk makkelijker.

Tekst: Hetty Braam, coach ‘Ik leer anders’

 

Heeft u vragen over auditieve verwerkingsproblemen, of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op.